Kinderen
Het is verstandig om uw kind zo vroeg mogelijk mee te brengen met uw eigen periodieke controle, zodat uw kind alvast kan wennen aan de omgeving, witte pakken en handschoenen. Vanaf twee jaar kan het kind voor periodieke controle langskomen. In principe komen kinderen twee keer per jaar voor controle.
Vanaf een jaar of drie zijn kinderen te behandelen. Bij de behandelingen worden dezelfde materialen gebruikt als bij volwassenen. Als kinderen al diverse vullingen hebben, krijgen ze ook een fluoride behandeling. Bij een gaaf gebit is het voldoende om twee keer per dag met fluoride bevattende tandpasta te poetsen.
Het tandglazuur van kleine kinderen is nog niet zo sterk als dat van volwassenen. Een goede gebitsverzorging van uw kind is dus belangrijk en begint zodra de tandjes doorbreken. Kinderen beginnen zo rond zes maanden hun eerst tandjes te krijgen. Het is belangrijk om dan al te beginnen met het poetsen van de tanden. Poets de tanden twee keer per dag met een beetje kindertandpasta waar fluoride in zit. Als de kinderen wat ouder zijn kunt u ze eerst zelf laten poetsen en dan later door een van de ouders nog na te poetsen. Pas met de leeftijd van 10 jaar zijn kinderen in staat hun eigen gebit goed te poetsen. Tot die tijd is het dus noodzakelijk dat de ouders napoetsen.
Eetgewoontes
Baby’s zuigen graag. Niet alleen omdat dit een instinct is en ze op deze manier voedsel binnen krijgen, maar ook omdat het kalmerend werkt. Merkt u dat uw kind echter op zijn of haar vingertjes of duimpje wil zuigen, probeer dan of het in plaats daarvan op een fopspeen wil zuigen. Duimzuigen is namelijk veel moeilijker af te leren dan speenzuigen en bovendien kan duimzuigen op latere leeftijd de stand van het gebit en de kaak beinvloeden.
Probeer uw kind ook te wennen aan het drinken uit een drinkbeker in plaats van de zuigfles. Het langdurige sabbelen uit een zuigfles gevuld met zoete vloeistoffen (sap, melk) kan namelijk ernstige schade aan het gebit veroorzaken. De meeste kinderen lukt het vanaf een leeftijd van negen maanden te leren drinken uit een drinkbeker.
Het is verstandig om het aantal eet- en drinkmomenten tot 5 per dag te beperken. Zo kunnen de tanden goed herstellen van het voedsel. Probeer uw kind aan te leren om een beker meteen leeg te drinken en er ook direct iets bij te eten. Dit scheelt weer een aanval op de tanden. In principe brengt alle eten en drinken schade aan tanden, met uitzondering van water en thee zonder melk en suiker. Ook suikervrije siroop of appelsap is zeer schadelijk voor het gebit. Geef uw kind als het tussen de eetmomenten door iets willen drinken water in plaats van bijvoorbeeld roosvice.
Fluoride poetsadvies
Fluoride maakt het glazuur van de tanden sterker, waardoor er minder makkelijk gaatjes ontstaan. In de meeste tandpasta’s zit daarom fluoride. Tandenpoetsen wordt momenteel gezien als de beste manier om fluoride te gebruiken. Daarom is het belangrijk dat er met fluoride-tandpasta wordt gepoetst vanaf het moment dat kinderen de eerste tandjes krijgen.
Wij adviseren voor kinderen tot 5 jaar speciale peutertandpasta’s te gebruiken. In peutertandpasta zit minder fluoride dan in tandpasta voor volwassenen. Deze tandpasta mag doorgeslikt worden. Vanaf het vijfde jaar kan gepoetst worden met ‘gewone’ tandpasta voor volwassenen en mag niet doorgeslikt worden.
- 0 t/m 1 jaar: vanaf het doorbreken van de eerste tandjes: 1 keer per dag poetsen met fluoride-peutertandpasta.
- 2, 3 en 4 jaar: 2 keer per dag poetsen met fluoride-peutertandpasta.
- 5 jaar en ouder: 2 keer per dag poetsen met fluoride-tandpasta voor volwassenen.
Hoe herkent u de juiste fluoride-tandpasta?
Op de tube tandpasta is aangegeven voor welke leeftijd het is bedoeld. Vrijwel alle peutertandpasta’s hebben een fluorideconcentratie van 500 tot 750 ppm (ppm= parts per million). Tandpasta’s voor volwassenen bevatten een fluorideconcentratie van 1.000 tot 1.500 ppm.
Geen fluoridetabletjes meer
Vroeger kregen ouders het advies om hun peuters tot en met vier jaar fluoridetabletjes te geven. Dat advies is nu vervangen. Poetsen met fluoride-peutertandpasta volgens het nieuwe Fluoride poetsadvies is voldoende.
Wisselen
Het melkgebit en het blijvende gebit breken beide langzaam door. Dat gebeurt op een natuurlijke manier die qua vorm en groeitijd voor iedereen anders is. Zo verschijnt het melkgebit tussen drie en dertig maanden na de geboorte. Het blijvende gebit volgt het melkgebit op tussen het zesde en elfde jaar.
Een gaaf melkgebit is de basis voor een gezond blijvend gebit. Het melkgebit houdt als het ware de plaats vrij voor de blijvende tanden en kiezen. Als melktanden en -kiezen verloren gaan, kan het gebeuren dat het blijvende gebit niet goed in de tandboog komt te staan door ruimtegebrek.
Het verloop van de ontwikkeling van het gebit en de manier waarop tanden en kiezen groeien is vaak een bron van vragen van ouders. Het kan zijn dat er bijvoorbeeld een melksnijtand scheef doorkomt. Dat staat wat merkwaardig in het begin, maar vaak zal de tand zich geleidelijk gaan voegen in de rij andere tanden. Hij wordt als het ware door de lip en de tong in de juiste richting geduwd. Ook een blijvende snijtand die een beetje aan de tongkant van de melkvoorganger doorkomt, is niet erg. Ook die komt vanzelf weer op zijn juiste plaats terecht. En als de opvolger al naar buiten komt terwijl de melkvoorganger er nog staat? Ook dat komt meestal goed. Het is alleen een vreemd gezicht: tijdelijk twee tanden op de plaats van één.
In sommige gevallen is er sprake van een echte afwijking in de ontwikkeling van het gebit of heeft de kaak geen goede stand. Dit kan voor problemen gaan zorgen. De tandarts onderzoekt dit bij de halfjaarlijkse controle van het gebit.
Soms is het nodig een beugel te nemen. Deze kan door de orthodontist worden aangemeten. Of en wanneer een beugel noodzakelijk is, hangt van veel zaken af. Dat kan de tandarts u ook vertellen.